Genesis 11:1-9
Laten we voor ons een stad bouwen en een toren, waarvan de top in de hemel rijkt.
Laten we voor ons een naam maken
Anders worden we over de aarde verstrooid
God:
...en nu zal niets van wat zij voornemen te doen, voor hen onmogelijk zijn.
Hij verwarde de mensen door hen verschillende talen te geven
Nimrod bouwde zeer waarschijnlijk Babel
Zijn naam betekent rebel.
Jubileeën 10:8-10 En Cusj verwekte Nimrod; die begon een geweldenaar op de aarde te worden.
9Hij was een geweldig jager voor het aangezicht van de HEERE; daarom wordt gezegd: Als Nimrod, een geweldig jager voor het aangezicht van de HEERE.
10Het begin van zijn koninkrijk bestond uit Babel, Erech, Akkad en Kalne in het land Sinear.
11Uit dit land is Assur weggegaan en hij bouwde Ninevé, Rehoboth-Ir, Kalach
Jubileeën 10:18-26 18 En in de drieëndertigste jubeljaarperiode, in het eerste jaar van de tweede jaarweek, nam Peleg in het eerste jaar in de tweede jaarweek, voor zichzelf een
vrouw, wiens naam was Lomna de dochter van Sina'ar, en ze baarde hem een
zoon in het vierde jaar van deze jaarweek, en hij noemde zijn naam Reu; want hij
zei: "Zie de kinderen van de mensen zijn boos geworden, met het slechte doel om
voor zichzelf een stad en een toren te bouwen in het land van Sinear."
19 Want ze vertrokken van het land Ararat oostwaarts naar Sinear; want in
zijn dagen bouwden ze de stad en de toren, zeggende: "Ga heen, laten we vandaar
in de hemel klimmen."
20 En zij begonnen te bouwen, en in de vierde jaarweek maakten zij bakstenen met vuur, en de bakstenen dienden hen tot steen, en de klei waarmee zij het
samen versterkten, was asfalt dat uit de zee komt, en uit de fonteinen van water in
het land van Sinear.
21 En zij bouwden het: drieënveertig jaar [1645-1688 A.M.] waar zij het
bouwden; de breedte was 203 bakstenen, en de hoogte van een baksteen was het
derde ervan; de hoogte bedroeg 5433 cubits en 2 palmen, en (de hoogte van een
muur was) dertien stadia (en van de dertig andere stadia's)
22 En de Heer onze God zei tot ons: Zie, zij zijn één volk, en zij beginnen
(dit) te doen, en nu zal niets hen weerhouden. Laten we ons klaarmaken en naar
beneden gaan en hun taal door elkaar halen, dat ze elkaars taal niet begrijpen, en
dat ze in steden en naties worden verspreid, en één doel zal hen niet langer in beslag nemen tot de dag van het oordeel."
23 En de Heer daalde af, en wij daalden met Hem af, om de stad en de toren te zien die de kinderen van de mensen hadden gebouwd.24 En Hij verwarde hun taal, en zij begrepen niet langer elkaars spraak, en
toen stopten ze met het bouwen van de stad en de toren.
25 Vanwege deze reden wordt het hele land van Sinear Babel genoemd, omdat de Heer daar alle taal van de mensenkinderen in verwarring bracht, en van
daaruit werden zij naar hun steden verspreid, elk naar zijn taal en volk.26 En de Heer zond een machtige wind tegen de toren en wierp deze op de
aarde, en zie, het was tussen Assur en Babylon in het land van Sinear, en zij noemden haar naam 'Omverwerping'.
De mensen, onder leiding van Nimrod had maar 1 doel voor ogen, groot zijn, bekend worden en macht. Geen landen en eigenwaarde, maar eenheid en macht. Dat zal niet meer gebeuren voor de dag van het oordeel.
Wat is de dag van het oordeel?
Dat is het Koninkrijk van God. De duidelijkste boodschap in de Bijbel is dat God de heerschappij zal
overnemen en dat het geopenbaarde koninkrijk van God werkelijkheid
zal worden. Hij begint niet met een of andere meedogenloze aanval op
de mensheid, zelfs niet op het slechte deel daarvan. Om de overwinning
te behalen die Hij wenst, zal Hij zijn oordelen uitbrengen (Matt. 12:20,
St.Vert.), wat opheldering en begrip voor elk mens betekent. Zonder dat
kan er geen oordeel zijn. Bovendien komt er een einde aan de
langdurige heerschappij van de dood en ieder levend mens zal
deelhebben aan de gave van gezondheid en genezing.