In de brief aan de Hebreeën (Israël) legt de schrijver duidelijk uit wat het betekent dat God een belofte doet en hoe zeker dat is. Vastbesloten en onveranderlijk, want God kan niet liegen, De eed, de belofte en de vervulling staan vast.
...Want toen God Abraham de belofte deed, zwoer Hij bij zichzelf, omdat Hij bij niemand die hoger was kon zweren. Hij zei, voorzeker zal ik u zegenen, en overvloedig zal ik u in aantal doen toenemen. En zo heeft hij de belofte gekregen na daar geduldig op gewacht te hebben. Mensen zweren immers bij Iemand die hoger is dan zijzelf en de eed die hun tot bevestiging dient, is het eind van alle tegenspraak.
In dit artikel beschreef ik wat God aan Abraham beloofde, onder ede. Dat gaat dus nog volledig uitkomen.
In Ezechiël 34:22 ev. staat een bijzondere belofte: Ik zal mijn schapen verlossen, zodat ze niet meer tot prooi zullen zijn. Ik zal oordelen tussen schaap en schaap. En Ik zal hen één herder doen opstaan en die zal ze weiden: mijn knecht David. Hij zal ze weiden en hij zal een herder voor ze zijn. En Ik, de Heere zal een God voor ze zijn, En mijn knecht David zal hun vorst zijn, in hun midden.Ik, de Heere heb gesproken.... ze zullen onbezorgd in het land leven.... het land zal zijn opbrengst geven....ze zullen niet meer tot prooi zijn van andere landen...
God heeft het beloofd, Hij gaat het doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten