Ik kwam de onderstaande vragen tegen op een site waar een heftige discussie werd gevoerd over homoseksualiteit en geloven. Ik vind de vragen heel goed. Het enige wat blijft is: niet oordelen en je blijven afvragen: Wat is genade voor jou?
1. Leviticus 25:44 zegt dat ik slaven mag bezitten, zowel mannelijk als vrouwelijk, maar alleen als ze aangekocht zijn van buurlanden. Geldt dit nou alleen voor Duitsland en België? Een vriend zegt dat Engeland uitgesloten is, omdat de Noordzee er tussen ligt, maar ik zou toch wel heel graag een Brit bezitten!
2. Ik wil een van mijn dochters als slaaf verkopen, zoals toegestaan volgens Exodus 21:7. Volgens Leviticus 27:4 is een vrouw dertig gram zilver waard, maar onder de twintig jaar is ze maar tien gram zilver waard. Als mijn dochters al wel volgroeid zijn, maar nog geen twintig, wat is dan in deze huidige economie een redelijke prijs?
3. Een vriend zit met het volgende probleem: volgens Leviticus 15:19-24 mag een man geen contact hebben met een vrouw die in haar menstrueel onreine periode zit. Dat is wel wat lastig te zien. Hoe kan een man dit vermijden? Gewoon vragen valt tegenwoordig niet meer zo lekker, de meeste vrouwen nemen hier aanstoot aan.
4. Als ik een stier op het altaar verbrand als offer, creëert dit een geur die God welgevallig is, aldus Leviticus 1:9. Ik krijg echter klachten van de buurt als ik dit doe. Zij vinden de geur niet welgevallig. Mag ik ze nu neerslaan?
5. In mijn straat zijn diverse mensen die maar blijven doorwerken op zondag en Sabbath. In Exodus 35:2 staat duidelijk dat ik ze moet doden. Ben ik nu moreel verantwoordelijk om ze zelf te doden, of mag ik de politie vragen dit voor mij te doen?
6. Varkensvlees (Leviticus 11:7) en oesters en mosselen (Leviticus 11:10) zijn onreine dieren en mogen niet gegeten worden of aangeraakt worden, en wie ze aanraakt wordt zelf ook onrein. In mijn koor zitten een slager en een visboer, kan ik ze nog wel aanraken als ik handschoenen draag? Oh, en hoe zit dat met het aanraken van een voetbal, gemaakt van varkenshuid?
7. Volgens Leviticus 21:20 mag ik Gods altaar niet naderen als ik een afwijking in mijn zicht heb. Ik moet toegeven dat ik een bril draag, maar met mijn bril zie ik wel scherp... is hier enige onderhandelingsruimte mogelijk?
8. Een priester moet trouwen met een maagd, aldus Leviticus 21:13. Daar hebben de katholieken dus al een probleem, hoe gaan de protestanten dit oplossen?
9. Bijna alle mannen en veel vrouwen in mijn omgeving laten hun haar knippen, óók het haar bij hun slapen. Dit is expliciet verboden in Leviticus 19:27. Hoe moeten ze ter dood gebracht worden?
10. Een oom van mij heeft een zondige boerderij, want hij plant twéé soorten gewassen in één veld. Daarmee overtreedt hij Leviticus 19:19. Zijn kinderen zijn volgens datzelfde bijbelvers ook zondig, want ze dragen kleding gemaakt van meer dan één soort stof: hun jassen zijn van katoen en polyester.
Nog lastiger: zijn vrouw heb ik 'gvd' horen vloeken. Nou is het best een heel gedoe om het hele dorp bij elkaar te krijgen om haar te stenigen, zoals Leviticus 24:10-16 voorschrijft. Mogen we ze niet gewoon in een privé-familie-aangelegenheid op de brandstapel verbranden, zoals we doen met mannen die het met hun schoonmoeder aanleggen, zoals voorgeschreven in Leviticus 20:14?
11. Mijn collega's lezen de horoscoop in de krant. Volgens Leviticus 19:26 mag je je niet inlaten met waarzeggerij. Hoe lang moet ik ze onrein beschouwen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten