9 iedereen praat erover hoe wij door u zijn ontvangen en hoe u zich van de afgoden hebt afgewend om u tot God te keren – om hem, de levende en ware God, te dienen 10 en om zijn Zoon te verwachten uit de hemel: Jezus, die hij uit de dood heeft doen opstaan en die ons zal redden van het komende oordeel. 1 Thessalonicenzen 1
Op de Website Staat Geschreven wordt het volgende geschreven over deze tekst: Dan lees ik de tekst nog een keer en dan haal ik daar vier kernwoorden uit: gastvrijheid, trouw, dienstbaarheid en hoop. Als een gemeente daarin uitblinkt en niet alleen naar binnen, naar de eigen leden, maar vooral naar buiten gaat, dan wordt daarover gepraat. Dat kan niet anders.
Het trof me, want dit is nu net waar ik zo vaak over denk en wat ik steeds terug vind als ik de bijbel lees. En zijn dit nu niet net de eigenschappen van God: gastvrij, trouw, dienstbaar en hoopgevend? En is dat het niet waar het in de bijbel steeds weer om gaat?
Hoe werkt dat dan en waarom voelt het zo moeilijk? Is het omdat ik liever iets voor mezelf doe dan voor God, moet ik er meer bij nadenken of juist helemaal niet?
In Efeze 2 staat: 8 Door zijn genade bent u nu immers gered, dankzij uw geloof. Maar dat dankt u niet aan uzelf; het is een geschenk van God 9 en geen gevolg van uw daden, dus niemand kan zich erop laten voorstaan. 10 Want hij heeft ons gemaakt tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God heeft voorbereid.
Alles is genade, als ik het zo lees, zelfs het geloof is een geschenk van God. Het geloof is dus niet de reden dat ik ben gered. Zowel de redding als het geloof komen van God. Dat is mooi, dan hoef ik dus niet keihard m'n best te doen de redding te bewerkstelligen of om het God naar de zin te maken. Ik kan dat niet eens.
En die goede daden dan? Dan moet dat ook van God komen.
Ik hoef dus geen goede werken voor God te doen, maar het gaat erom dat Gods werk in mij zichtbaar wordt. Dat God zichtbaar wordt in mijn leven. God kan iets moois van mijn leven maken tot eer van Hem. Dat is een opluchting en geeft rust.
13 want God is het, die om zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt. Filippenzen 2
Wat een ongelooflijk bevrijdende gedachte, hè, dat zowel je redding als je geloof van God gegeven is! En daar komt nog bij dat Hij, die dat goede werk in je begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus [Filippenzen 1:6]! Groet'n, Berend.
BeantwoordenVerwijderen