Jaar in jaar uit, wekelijks luisteren naar iemand die mij ging vertellen wat God bedoelde, wat God van je wilde en hoe je je als christen te gedragen had, gaf geen voldoening, geen rust, geen vrede en geen gemeenschap met andere gelovigen.
Hoeveel gemeenschap krijg je als je wekelijks naar de achterkanten van hoofden zit te kijken? Het meeste contact is dan nog als je de voorganger de hand schudt.
Als gelovigen bij elkaar komen, dan heeft iedereen iets te zeggen. (1 Korinthiers 14 vers 26) Wanneer u samenkomt draagt iedereen wel iets bij: een lied, een onderwijzing, een openbaring, een uiting in klanktaal. Laat alles tot opbouw van de ander zijn.
De bijbel spreekt niet over: naar de kerk gaan, maar, maar zegt dat we de tempel van de Heilige Geest zijn:. (1 Korinthiers 6 vers 19)
Dan komen er de vragen van je groter wordende kinderen, hun inzichten in de onechtheid van zoveel dingen in de kerk, ook van zoveel mensen. De veroordelingen over die gelovigen naar elkaar toe hebben, omdat je niet helemaal gelooft wat de kerk waar je naar toe gaat, leert.
Dan is het op en blijft over: een liefdevolle God, die je de rust geeft, die van je houdt, ondanks alles.