zondag

De dagen in de Bijbel

 


DE DAG DES MENSEN. Dat is de tijd waarin we nu leven, de tijd waarin de mens ongehinderd zijn gang kan gaan. Deze benaming vinden we in de oorspronkelijke taal van I Corinthe 4:3. Deze dag is begonnen toen Noach uit de ark kwam en de menselijke heerschappij op deze aarde werkelijkheid werd. Gedurende de dag des mensen wordt alle volken toegestaan te wandelen naar hun eigen wegen (Hand. 14:16). Het toppunt daarvan wordt bereikt in de huidige bedeling der genade, waarin alle straf op de zonde is uitgesteld en God voortgaat genadig te zijn ondanks alles wat de mens tegen Hem doet. De dag des mensen zal plotseling beëindigd worden als God de aarde door Zijn Geest binnenvalt, de heerschappij over alle mensen en alle volken overneemt en Zijn eigen regering op aarde vestigt. Zie Jesaja 59:19; Psalm 22:28,29; 67:5.

DE DAG VAN CHRISTUS. Deze benaming vinden we in Filippensen 2:16. Deze dag vangt aan met de onthulling van Jezus Christus en Zijn openbaarwording aan de wereld. Het is de dag waarop Hij Zijn gang gaat met de wereld en met alle mensen op aarde. Deze dat wordt bepaald door het feit dat de heerlijkheid van de Heer is geopenbaard en alle vlees dat gelijktijdig heeft waargenomen (Jes. 40:5). Het is de dag van het geopenbaarde koninkrijk van God. We hebben reden te geloven dat deze dag 700 jaar zal duren.

DE DAG DES HEREN. Dat is de dag die ‘komt als een dief in de nacht’ (I Thes. 5:2). Er is geen enkele gebeurtenis die het begin daarvan aankondigt. De grote verdrukking, de wederkomst van Jezus Christus, de lange periode van Zijn persoonlijke aanwezigheid, vinden alle plaats op deze dag. Deze duurt ten minste 1000 jaar. Elke gebeurtenis, zonder uitzondering, die voorzegd is in het boek Openbaring, vindt plaats in deze periode. Dit is niet het eerste dat gaat gebeuren en er is grote verwarring in de gedachten ontstaan omdat men gepoogd heeft deze dag eerder in de tijd te plaatsen.

DE DAG VAN GOD. Deze titel wordt gevonden in II Petrus 3:12. De waarheid hierover is in Openbaring 21 naar voren gebracht. Dit is de dag waarop het centrum van Gods activiteiten (Zijn tabernakel) bij de mensen zal zijn en Hij onder hen zal wonen. De planeet aarde zal dan een middelaarsplaneet worden in verband met Gods programma voor het hele universum.


De dag van Christus Deze benaming is gebruikt in Filippensen 1:6,10 en 2:16. De meeste commentatoren negeren het, omdat zij er geen ruimte hebben voor hebben in hun opvattingen over de komende dingen. De dag van Christus is een andere naam voor het Koninkrijk van God. Deze zal beginnen op de dag waarop God de heerschappij over de aarde en haar inwoners overneemt, wanneer de verachtelijke heerschappij van de mens aan zijn eind is gekomen en Gods regering begint. Dan zal er het koninschap van Yahweh zijn en Hij zal onder de volken heersen (Ps. 22:27-29). De dag van Christus is de dag van het zichtbare koningschap van God. Het zal de dag zijn waarop Christus gaat werken aan Israël, de volken en met de wereld. Het zal de dag zijn van Zijn heerschappij, verhoging en verheerlijking. Hij zal het heerlijke resultaat aanschouwen van Zijn dood, begrafenis en opstanding. ‘Om zijn moeitevol lijden zal hij het zien tot verzadiging toe’ (Jes. 53:11). Er is al over Hem gezegd: ‘Ik ben verheven onder de volken, verheven op de aarde’ (Ps. 46:11). ‘Zie, mijn knecht zal voorspoedig zijn, hij zal verhoogd, ja, ten hoogste verheven zijn’ (Jes. 52:13). De dag van Christus is de dag van Zijn onthulling (APOKALUPSIN), de dag van Zijn openbaring (EPIPHANEIA). Het is de dag waarop de heerlijkheid van de Heer aan alle vlees zal worden geopenbaard en alle vlees zal het zien in dezelfde mate en op dezelfde tijd (Jes. 40:5). Op die dag zullen wij, die nu in Hem geloven, het voorrecht hebben om de heerlijkheid van Zijn genade te prijzen, een taak waarvoor Hij ons begunstigt in de Geliefde (Ef. 1:6). 

De dag des Heren De dag des Heren volgt op de dag van Christus. Er is geen duidelijke

gebeurtenis bekendgemaakt waarmee het begin daarvan wordt gemarkeerd, aangezien die dag komt als een dief in de nacht (II Petr. 3:10). Het begint als God alle belemmeringen wegneemt die Hij de mensheid heeft opgelegd tijdens de periode van Zijn heerschapij. Hierdoor wordt een goddelijke test mogelijk van allen die hebben geleefd onder en genoten hebben van de zegeningen van het koninkrijk van God. Er zal een opstand van enkele mensen tegen het koninkrijk ontstaan. Dat wordt beschreven in Psalm 2. De ‘zonen des lichts’ zullen evenwel niet in de duisternis zijn, zodat die dag hen zou overvallen als een dief (I Thes. 5:2-5). In deze lange periode vinden we de laatste week van Israëls zeventig weken (van zeven jaar) zoals geprofeteerd door Daniël. De volledige openbaring vinden we in de tweede komst van de Here Jezus. Het omvat de volledige 1.000 jaar van Zijn parousia, de ‘korte tijd’ die op de parousia volgt en de tijd van oordeel voor de grote witte troon. 

Het gehele boek Openbaring, met uitzondering van de eerste negen verzen en de laatste twee hoofdstukken, heeft betrekking op de dag des Heren; het gaat over gebeurtenissen die zullen plaatsvinden op die dag. Geen woord hiervan heeft ook maar iets te maken met wat zich voordoet in de bedeling waarin wij nu leven, de bedeling van genade; het heeft ook geen betrekking op de volgende bedeling, het koninkrijk van God. 

De dag des Heren in het Nieuwe Testament is eigenlijk de dag van Yahweh. Dat moet niet worden verward met andere ‘dagen van de Heer’ die genoemd worden in het Oude Testament. Petrus heeft dit onderscheid duidelijk gemaakt toen hij erover sprak als ‘de grote en doorluchtige dag des Heren’ (Hand. 2:20). Het woord ‘doorluchtige’ is hier EPIPHANS, waarvan Robert Young als defnitie geeft: ‘duidelijk zichtbaar,’ maar wat ik zou definieren met de aanduiding ‘krachtig schijnen.’ Maleachi benadrukte dit onderscheid toen hij deze dag ‘de grote en geduchte dag des HEREN’ noemde (Mal. 4:5). Het maakt absoluut deel uit van het ‘recht snijden van het Woord der waarheid’ deze dagen niet met elkaar te verwarren. Deze uitdrukking moet nog diepgaand worden onderzocht. Op de dag des Heren zullen ‘de hemelen met een gedruis voorbijgaan, en de elementen zullen branden en vergaan, en de aarde en de werken, die daarin zijn, zullen verbranden’ (II Petr. 3:10, St.Vert.). Dat is het proces waarmee God alle dingen nieuw zal maken en waarmee Hij de weg bereidt voor de volgende grote dag.


De dag van God Petrus heeft in zijn tweede brief, het derde hoofdstuk in de verzen 12 en 13 over deze dag gesproken. Een meer exacte vertaling luidt: ‘hopend op en spoedend naar de werkelijke aanwezigheid (parousia) van de dag van God, om welke de hemelen, in brand staande, opgelost zullen worden en de elementen zullen worden ontbonden met felle hitte. Toch, hopen wij, in overeenstemming met Zijn beloften, op nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waarin gerechtigheid woont.’ Ik beweer niet dat ik op dit moment volkomen begrijp wat met deze woorden bedoeld wordt, maar ik ben er zeker van dat we alles volledig zullen begrijpen als we de school van Gods koninkrijk en de duizend jaar van Zijn persoonlijke aanwezigheid eenmaal hebben doorlopen. Openbaring 21:1 en 22:7 vertellen ons alles wat we kunnen weten over de dag van God. Daar ontdekken we dat het de dag is waarop de tabernakel van God bij de mensen zal zijn. Het woord dat hier voor tabernakel is gebruikt, is SKN dat duidt op het middelpunt van activiteit, een hoofdkwartier. Nooit meer zullen mensen zeggen: ‘onze Vader die in de hemelen zijt,’ want het middelpunt van Zijn activiteiten zal zijn verplaatst naar de aarde. Als deze planeet nieuw is gemaakt, zal hij een middelaarsplaneet zijn voor de rest van het universum.

De dag van God is de nieuwe hemelen en de nieuwe aarde. Het is een nieuwe wereld, een geheel nieuwe orde die zover afstaat van alles wat wij ooit hebben meegemaakt of kennen, dat we geen kader hebben om het te kunnen bevatten. God heeft niet geprobeerd ons te vertellen hoe het zal zijn. Ik ben ervan overtuigd dat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en dat in geen mensenhart is opgekomen, wat voor heerlijke omstandigheden God heeft bereid voor degenen die Hem liefhebben. Met het oog hierop waag ik me niet aan speculaties hierover. Het enige wat ik zeker weet, is dat het zal komen.


UIt: Lachairoi . org

maandag

Vertrouwen op God

                   


    U echter, HEERE, bent een schild voor mij,

mijn eer; U heft mijn hoofd omhoog.

    Met mijn stem riep ik tot de HEERE,

en Hij verhoorde mij vanaf Zijn heilige berg.

Psalm 3

Toen zei David tegen al zijn dienaren die bij hem in Jeruzalem waren: Maak u gereed en laten wij vluchten, want er is voor ons geen ontkomen aan Absalom. Ga snel, anders zal hij ons spoedig inhalen, onheil over ons brengen en deze stad met de scherpte van het zwaard slaan..

2 Samuël 15


Als David hoort dat zijn zoon Absalom een complot heeft beraamd om hem van de troon te stoten en zelf koning te worden, zegt hij tegen zijn hovelingen: Kom we moeten snel vluchten. Als hij ons hier overvalt wordt het een bloedbad en is het met ons gedaan.

David neemt dus maatregelen. Vertrouwt hij niet op God?

Wel degelijk.Terwijl hij vlucht zegt hij: God, U bent een schild, ik kan rustig slapen, ik ben niet bang. Psalm 3.

En waar begint deze psalm mee: Een psalm van David, op de vlucht voor zijn zoon Absalom.


Wat doen wij als we merken dat er gevaar dreigt of complotten tegen ons gesmeed worden?

Blijven we zitten of nemen we maatregelen, terwijl we op God vertrouwen?

Ik denk dat beide tegelijk kunnen.

dinsdag

Wat goed is



Micha 6:8
Hij heeft je bekendgemaakt, o mens, wat goed is, en wat de HEERE van je vraagt, is recht te doen, trouwe vriendschap te koesteren en ootmoedig te wandelen met je GOD!”

Zware tijden


 

Deze laatste dagen worden gekenmerkt als ‘zware tijden,’ een uitdrukking die betekent, als we het Grieks in overweging nemen, perioden van kwaadaardig geweld. Vervolgens wordt ons gezegd wat de meest in het oog lopende sociale kenmerken van de mensen zullen zijn. Er worden negentien opgesomd waarmee wij een weergave hebben van zich gelijktijdig voordoende situaties die ons een aanwijzing geven of we wel of niet in de laatste dagen van deze bedeling leven.

‘Zelfzuchtig.’ Statenvertaling: ‘liefhebbers van zichzelf.’ Dat is een nauwkeurige vertaling. Het betekent precies wat er gezegd wordt. ‘Geldgierig.’ Dat betekent: liefhebbers van geld. ‘Pochers.’ Dat betekent pretentieuze, lege huichelaars. ‘Vermetel.’ Statenvertaling: ‘trots.’ Dat betekent precies wat het zegt. ‘Kwaadsprekers.’ Hier worden mensen bedoeld die een ander zwart maken, hoewel ook termen als kwaadwilligen, lasteraars, smaders en valse beschuldigers als vertaling voor dit woord kunnen worden gebruikt. Het heeft te maken met mensen die kwaad spreken van een ander met de bedoeling hem te kwetsen, zonder rekening te houden met de waarheid. ‘Aan hun ouders ongehoorzaam,’ duidt op koppigheid en gebrek aan respect tegenover ouders. ‘Ondankbaar.’ Dit betekent gebrek aan dankbaarheid, in het bijzonder tegenover God. ‘Onheilig.’ Dat is een heel zwakke vertaling. Het Griekse woord betekent onvriendelijk, kwaadwillig, geneigd om schade te berokkenen, om lijden en leed te veroorzaken.

‘Liefdeloos.’ Dit woord betekent gevoelloos. ‘Trouweloos.’ Een foutieve vertaling. Het Griekse woord betekent onvermurwbaar en het gaat over mensen aan wier eisen nooit kan worden voldaan. ‘Lasteraars,’ dat zijn kwaadsprekers. ‘Onmatig.’ Dat betekent onbeheersbaar en onbestuurbaar. ‘Onhandelbaar.’ Statenvertaling: ‘wreed.’ Een goede vertaling, hoewel meedogenloos, onmenselijk of gemeen ook zouden kunnen. ‘Afkerig van het goede.’ Dit duidt erop dat zij liefhebbers zijn van wat kwaad is en van hen die kwaad zijn.

‘Verraderlijk.’ Dit Griekse woord is gebruikt voor Judas Iskariot in Lucas 6:16. ‘Roekeloos.’ Dit woord betekent onbezonnen. ‘Opgeblazen.’ Dit zou verwaand moeten zijn, het onvermogen om een eerlijk oordeel over zichzelf te hebben. ‘Liefde voor genot.’ Een goede vertaling. ‘Met een schijn van godsvrucht.’ of met een schijn van godsdienst.’ Kijk uit naar bewijzen van deze dingen als u het nieuws hoort of leest.

UIt: Lachairoi . org

Het centrale thema: het Koninkrijk van God

 


Het volk leefde in die verwachting (Luc. 3:15), zodat, toen de Here Jezus verscheen en sprak over ‘het koninkrijk der Hemelen is nabijgekomen’ (Matt. 4:17), of ‘het Koninkrijk Gods is nabijgekomen’ (Mar. 1:15), Hij deze uitdrukkingen niet hoefde uit te leggen. Ze wisten allemaal dat Hij sprak over een tijd van goddelijke heerschappij op aarde, waarvan al de profeten hadden gesproken.

De Bijbelse waarheid van het koninkrijk van God als een tijd van goddelijke heerschappij op deze aarde is bijna geheel verdwenen uit de kerkelijke theologie.

De grote aioon van het koninkrijk wordt nog steeds in belangrijke mate genegeerd door de Bijbeluitleggers van tegenwoordig. Al Gods kostbare beloften die hierop betrekking hebben zijn in de duizend jaar van de persoonlijke aanwezigheid van Christus geperst. 

Het koninkrijk van God is waarlijk het grote centrale thema van de hele Schrift. 

Toekomstmuziek voor Israël en de volken

 


 “ja, Ik zal… hen opbouwen als weleer; Ik zal hen reinigen van al hun ongerechtigheid, waardoor zij tegenover Mij gezondigd hebben… waardoor zij tegenover Mij gezondigd hebben en van Mij afvallig geworden zijn. Dan zal zij Mij tot een blijde naam worden, tot lof en eer bij alle volkeren der aarde, die van al het goede dat Ik aan hen doe, horen zullen; ja, zij zullen zich verbazen en verwonderen over al het goede en al het heil, dat Ik aan haar doe” (Jer.33:7-9).

 “Maar nu zegt de HERE, die mij van de moederschoot aan vormde tot zijn knecht, om Jakob tot Hem terug te brengen en om Israël tot Hem vergaderd te doen worden - en ik werd geëerd in de ogen des HEREN en mijn God was mijn sterkte - Hij zegt dan: Het is te gering, dat gij Mij tot een knecht zoudt zijn om de stammen van Jakob weder op te richten en de bewaarden van Israël terug te brengen; Ik stel u tot een licht der volken, opdat mijn heil reike tot het einde der aarde” (Jes.49:5-6)

“Maar Sion zegt: De HERE heeft mij verlaten en de HERE heeft mij vergeten. Kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten, dat zij zich niet ontfermen zou over het kind van haar schoot? Al zouden zij die vergeten, toch vergeet Ik u niet. Zie, Ik heb u in mijn handpalmen gegrift, uw muren (beschermende bedekking) zijn bestendig vóór Mij” (Jes.49:14-16).

“Ik zal u voeren uit het midden der volken en u bijeenbrengen uit de landen waarin gij verstrooid zijt, met sterke hand, met uitgestrekte arm en met uitgestorte grimmigheid. Ik zal u brengen naar de woestijn der volken en daar met u in het gericht treden, van aangezicht tot aangezicht. Zoals Ik met uw vaderen in het gericht getreden ben in de woestijn van het land Egypte, zo zal Ik ook met u in het gericht treden, luidt het woord van de Here HERE” (Ezech.20:34- 36).

:Op uw woord heb Ik hun vergeven. Echter, zo waar Ik leef, de hele aarde zal met de heerlijkheid van de HEERE vervuld worden!” (Num.14:20-21,

 Deze belofte is herhaald in Habakuk 2:14, waar God heeft besloten dat “de aarde zal vol worden van de kennis van des HEREN heerlijkheid, gelijk de wateren die de bodem der zee bedekken.” Deze grote toewijding van God zal op een dag vervuld worden; maar niet voordat Gods doel met de huidige bedeling bereikt is 

maandag

De parousia van Christus



De parousia van Christus is een EPIPHANEIA, een doorbraak, een krachtig schijnen, een positieve interventie. Er is dus niets verborgens aan Zijn parousia. Het is een krachtig schijnen, zoals is beschreven in Mattheüs 24:27

Hierover sprak Paulus toen hij het had over ‘het krachtig schijnen van de heerlijkheid van onze grote God en Redder, Jezus Christus.’ Dat zal de EPIPHANEIA van Zijn heerlijkheid zijn. Dat is onze gezegende hoop. Het gaat hier niet om Zijn wederkomst. Het gaat hier niet om de EPIPHANEIA van Zijn parousia. 

Maar om het grote werk dat God zal gaan doen als Hij opnieuw uit de hemel spreekt en over de mensheid zegt: ‘er zij licht.’ Hiermee zal de grote belofte worden vervuld die gedaan is in Habakuk 2:14, ‘de aarde zal vol worden van de kennis van des HEREN heerlijkheid, gelijk de wateren die de bodem der zee bedekken.’ Titus 2:13 is geen openbaring van een geheimenis, een waarheid die nooit tevoren is bekendgemaakt. 

Het is hetzelfde als waar Jesaja 40:5 over spreekt: ‘de heerlijkheid des HEREN zal zich openbaren, en al het levende tezamen zal dit zien, want de mond des HEREN heeft het gesproken.’ De EPIPHANEIA (krachtig doorbrekende licht) van Zijn heerlijkheid is de grote hoeksteen waarop Gods heerschappij op aarde zal worden gefundeerd. Het is Gods eerste daad, wanneer Hij gaat handelen. Laten wij leven in de verwachting daarvan. Dit kan elk moment gaan gebeuren.


Otis Q. Sellers

De dagen in de Bijbel

  DE DAG DES MENSEN. Dat is de tijd waarin we nu leven, de tijd waarin de mens ongehinderd zijn gang kan gaan. Deze benaming vinden we in de...